Het verhaal van Arjo in het boek “Ik BEN”
Arjo in het boek Ik BEN

Het verhaal van Arjo in het boek “Ik BEN”

Van kinds af aan leert Arjo Wijnhorst: ik kan gewoon meedoen. Praktische barrières? Die lossen we op. Met die visie bedenkt hij Uniek Sporten, hét landelijke sportplatform voor mensen met een beperking. Niet ieder dorp een eigen loket, maar een loket voor iedereen. Omdat dat nou eenmaal handiger is.

‘Het duurde heel lang voor ik ging lopen. De artsen dachten dat ik gewoon een lui kind was. Doordat mijn ouders erop aandrongen dat ik wel wilde, maar het niet kón, zijn ze in het ziekenhuis verder gaan onderzoeken en werd de diagnose spinale musculaire atrofie (SMA) type 2 gesteld. Die vorm van spierziekte uit zich niet direct bij de geboorte. Type 1 is dan wel direct te zien, type 3 uit zich nog later. Ik was het eerste kind van mijn ouders, later kwam er een tweeling bij: een broertje en een zusje. Mijn broertje had ook SMA, maar dan type 1, een zwaardere vorm. Hij is een aantal jaren geleden overleden. Ook met patiënten met het type 2, het ziektebeeld dat ik heb, gaat het steeds slechter. Maar bij mij is het nu al tijden erg stabiel.

Mijn ouders zeiden altijd: we gaan gewoon. Ze keken naar wat er wel kon voor mij en mijn broertje, naar welke leuke dingen we wel konden doen. Dat doe ik nog steeds: kijken naar wat kan. Ook mijn broertje heeft daaraan bijgedragen. Hij kon veel minder dan ik, maar was altijd enorm vrolijk. Onbewust heeft dat me gevormd met het idee: we maken er iets moois van. Ik dacht dan: als hij zo vrolijk is, wat is dan de reden voor mij om te klagen over mijn handicap? Ik kan zóveel meer dan hij. Niet om het af te wegen, niet om te vergelijken, maar wel als een soort motivatie voor mezelf. Voor mijn oma was het een inspiratiebron. Toen ze op latere leeftijd moeilijker kon lopen, vond ze dat heel lastig. Tot ze tegen mij zei: “Ach, wat mopper ik nou? Jij hebt nooit kunnen lopen.”

Het zal ongetwijfeld helpen dat ik niet beter weet dan dat ik in een rolstoel zit. Ik heb als peuter wel wat langs de rand van de tafel en aan de hand van mijn ouders gelopen, maar dat kan ik me niet herinneren. Om me heen zie ik wel wat ik mis, ik zie de praktische kant. Maar ik weet niet hoe het voelt om te lopen. Dat maakt het in elk geval anders dan voor iemand die wél heeft kunnen lopen. Ik denk dat een aangeboren handicap makkelijker te accepteren is dan een handicap die je later krijgt. Helaas kan ik geen vergelijkend warenonderzoek doen, maar ik denk dat het zo werkt.

Ook mijn geloof geeft me een stuk houvast. Ik ben getrouwd, kan autorijden, heb een mooie baan, een fantastisch zoontje dat rondloopt … Dat zie ik echt als een zegen.’

Arjo gaat als kind naar het speciaal onderwijs, met een taxibusje; een typische gehandicaptenwereld. Aan de andere kant heeft hij de wereld thuis, die bestaat uit een kerkelijke gemeente – Arjo’s vader is hervormd predikant – en vriendjes uit de buurt; hij hoort er gewoon bij. Als zijn vriendjes hockeyen, rolstoelhockeyt Arjo mee. Het is, zoals hij zelf zegt, een normale jeugd, zoals iedereen die kan hebben.

‘Later als tiener ging ik ook gewoon op stap en naar voetbalwedstrijden met vrienden die niet in een rolstoel zaten. Gewoon leuke dingen doen, een biertje op zaterdagavond; zoals elke tiener. Mijn handicap was geen issue. We praatten over voetbal, over meisjes, over op stap gaan, maar eigenlijk nooit over mijn handicap. Veel van mijn vrienden wisten niet eens wat ik nou precies had en konden al helemaal niet benoemen wat ik niet zou kunnen of waar ik hulp bij nodig had. Niet dat ik het ze niet wilde vertellen, want mijn vrienden mochten alles vragen. Maar ze waren er totaal niet mee bezig. Ik was nooit ‘Arjo in de rolstoel’, ik was gewoon Arjo.

Vanuit het speciaal onderwijs ging ik naar MHBO Bedrijfseconomie & Accountancy. Het was voor mij de eerste keer regulier onderwijs, maar die overstap ging makkelijk. Ik kende beide werelden al; mijn vrienden waren de leeftijdsgenoten van de jongens die ik nu tegenkwam op school en met wie ik in de pauze klaverjaste. Het was niet ineens een wereld die voor me openging; ik kénde die wereld al.

Ik was ook actief in het rolstoelhockey. Simpel gezegd: als je in een elektrische rolstoel zat, zoals ik, ging je op het speciaal onderwijs rolstoelhockeyen. In de gymles, in de pauzes en ook bij een vereniging in de buurt. Ik ben als 7-jarig jochie begonnen in Arnhem en elke keer als we door mijn vaders werk moesten verhuizen, verhuisde ik naar een andere club. In Utrecht, bij SV Kampong, raakte ik er meer en meer bij betrokken. Ik vond het leuk om de club verder te helpen en de mogelijkheden voor rolstoelhockeyers te vergroten. Ook daar dingen mogelijk maken en opbouwen. Pionieren, nieuwe dingen bedenken en verder ontwikkelen; dat vind ik leuk. Je moet mij niet gewoon elk jaar hetzelfde laten doen. Misschien was dat ook waarom accountancy toch niet bij mij paste. Ik vind mijn uitdaging in nieuwe dingen creëren. Met collega’s bedenken hoe we iets nóg beter en mooier kunnen maken. Daar krijg ik veel energie van.’

Om nog meer en beter met zijn passie bezig te kunnen zijn, volgt Arjo een avondopleiding HBO Sportmanagement. Met dat diploma op zak gaat hij twee dagen per week als coördinator aangepast sporten aan de slag bij De Onderwijsspecialisten, een stichting van scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs in Arnhem. Zijn taak is om verenigingen te ondersteunen bij hun aanbod van gehandicaptensport en om sportvragen van (potentiële) sporters te beantwoorden.

‘Al snel dacht ik: leuk dat ik dit voor Arnhem doe, maar het is slimmer om dit voor een grotere regio te doen. De revalidatiecentra in Arnhem hadden ook patiënten uit kleinere regiogemeentes die geen eigen gehandicaptensportloket hadden. Ook het speciaal onderwijs bedient een veel grotere regio, dus was al snel duidelijk dat we er als sportloket beter ook voor die gemeenten konden zijn. Dat moest dan volgens mij ook een loket met een eigen naam zijn, dus niet ‘Arjo Wijnhorst, sportcoach’. Waarom? Omdat het niet afhankelijk moet zijn van één persoon. Want die kan op termijn weggaan en dan moet iemand anders het kunnen overnemen, zónder dat de gebruiker er iets van merkt.

Binnen twee jaar nadat ik bij De Onderwijsspecialisten begon, wás dat loket er voor de regio Arnhem. Een website met een sportzoeker, onder de naam Uniek Sporten. Toen die stap gezet was, had ik al snel het idee dat we er veel meer mee konden. Enerzijds omdat ik zag: je kunt je sport vinden, maar als je aan de rand van de regio Arnhem woont, moet je tóch weer naar een ander loket. En anderzijds omdat er in andere regio’s interesse ontstond voor wat wij deden.

Er waren wel meer van dat soort loketten met elk hun eigen oplossing; er werd niet regio-overstijgend gedacht. Met Uniek Sporten hebben we die slag wél gemaakt, ook omdat Fonds Gehandicaptensport het platform in 2016 onder zijn hoede nam. Daarmee was er ineens een landelijke organisatie die zich er hard voor ging maken. Ik verhuisde met het platform mee en ging bij Fonds Gehandicaptensport werken. Onze ambitie was groot: landelijke dekking. Iedereen in Nederland met een beperking moest op Uniek Sporten zijn sport kunnen vinden. Toen ik in mijn eerste presentaties een kaartje van Nederland gebruikte met overal Uniek Sporten-logootjes, zeiden mensen dat ik het hoog in mijn bol had. Maar wij hadden die ambitie en spraken die uit. Ik wist ook wel dat het niet zomaar zou lukken, dat het tijd ging kosten én dat er mensen zouden zijn die het niet leuk zouden vinden. Want ze zagen hun eigen, lokale loketjes in gevaar komen. Ja, dat leidde best tot felle gesprekken. Daarom benadrukte ik ook steeds dat het niet om Uniek Sporten en niet om mijn eer en glorie ging, maar dat ik dacht vanuit de doelgroep.

Toen sportcoaches vervolgens even op de stoel van de gebruiker gingen zitten, kwamen we samen tot de conclusie dat één landelijk loket veel makkelijker zou zijn. En die gebruiker moet toch het uitgangspunt zijn? Als je de discussie terugbrengt naar wat de doelgroep nodig heeft, welke drempels die ervaart, dan kom je tot een oplossing. Dan is het volkomen logisch dat we het zo hebben aangepakt. Het is toeval dat het Uniek Sporten is geworden, omdat juist wij die stap naar landelijke dekking hebben gezet en Fonds Gehandicaptensport er als voorvechter voor is gegaan. Het had net zo goed een van die andere loketten kunnen worden, als die dezelfde stappen hadden gezet. Dat wij dat hebben gedaan, is het enige verschil.’

Uniek Sporten is inmiddels een landelijke sportzoeker voor mensen met een beperking. Ruim vierduizend verenigingen, clubs en sportaanbieders zijn er te vinden. Alles op één online plek. Daarnaast heeft iedere gemeente nog steeds sportcoaches als eigen aanspreekpunt, want maatwerk kun je alleen lokaal aanbieden. Dagelijks zoeken duizenden mensen in het sportaanbod, op basis van vragen als: Wil je binnen of buiten sporten? In het water of niet? Met of zonder bal? En daar komt dan een lijstje uit met mogelijke sporten en de aanbieders.

‘Met een handicap kun je echt niet alle sporten doen. Zit je in een rolstoel, dan ga je snel in de rolstoelhoek kijken: rolstoeltennis, -basketbal, -schermen, -handbal, -softbal, -rugby, -hockey … Terwijl zwemmen bijvoorbeeld ook kan, of atletiek, handbiken, zitskiën … en dan hebben we het nog niet eens over bijvoorbeeld denksporten. Je moet niet te beperkt denken. Je kunt waarschijnlijk niet bij alle vierduizend aanbieders terecht, maar wel bij een deel. En dat deel willen we voor iedereen zo groot mogelijk maken. Mensen zeggen snel: met mijn beperking, in mijn regio, kán er niks. We denken soms te smal. Met Uniek Sporten willen we die beeldvorming ook veranderen.

Wat ik ooit als droom zag, is gelukt. Dat besef ik niet altijd, daar moeten mensen me weleens op wijzen. Want we zijn ondertussen alweer stap twee en drie aan het maken. We kijken hoe we het via Uniek Sporten makkelijker kunnen maken om sporthulpmiddelen aan te vragen. Ook hebben we nu een crowdfundingplatform waarmee clubs, verenigingen en stichtingen geld kunnen inzamelen om sporten en bewegen voor mensen met een beperking mogelijk te maken. Nee, we zijn niet klaar, we hebben alweer nieuwe ambities. Het is gaaf dat we zijn waar we nu zijn, maar er blijft de drive om het te verbeteren. Ik wil blijven bouwen en denk: ja, maar nog niet alle stukjes zijn opgelost.

De enige reden dat je niet gaat sporten, zou moeten zijn dat je het écht niet kunt omdat je zo zwaar gehandicapt bent, of omdat je er geen zin in hebt. Alle andere drempels om te sporten moeten we met Uniek Sporten wegnemen. Zo’n nieuwe droom heb ik ook nodig. Gewoon continueren wat we hebben, daaruit haal ik niet genoeg voldoening. Dan ben ik weer die accountant met elk jaar dezelfde jaarrekening. Steeds die grenzen verleggen is ook lastig, want het betekent dat je nooit helemaal klaar bent; de ideeënmachine staat altijd aan. Mijn vrouw Imke weet dat ook: als we twee weken vakantie hebben, kom ik in de eerste week tot rust, maar in de loop van de tweede week komen er alweer nieuwe ideeën voor Uniek Sporten naar boven borrelen.’

Hoewel het sportloket Uniek Sporten heet en niet ‘Arjo Wijnhorst, sportcoach’, ís Arjo Uniek Sporten. Hij wordt in interviews de ‘founding father’ genoemd. Als gevraagd wordt of iemand het verhaal over Uniek Sporten wil vertellen, dan is Arjo de aangewezen persoon. Uniek Sporten vertelt tussen de regels door wie Arjo is, hoe hij naar zijn handicap en de wereld van gehandicapten kijkt.

‘Dat is de basis waarmee ik begonnen ben: Uniek Sporten is ontstaan uit mijn eigen ervaring, door wat ik zag. Niet dat ik zelf tegen drempels aanliep om te sporten, maar bij anderen zag ik het wel. Praktische zaken mogen geen beperking zijn om te doen wat je graag wilt. Het is altijd mijn passie geweest dat soort barrières weg te nemen. En nu ben ik inderdaad het uithangbord voor Uniek Sporten. Het feit dat dit bedacht is door iemand uit de doelgroep zelf, maakt het net iets bijzonderder; het geeft het een extra dimensie. Voor mij is het niet zo bijzonder: ik zag problemen en ging die oplossen. Ik dacht nooit: goh, nou zal ik wel een bron van inspiratie worden. Nee, ik ging gewoon aan de slag.

Wat ik steeds meer leer, is dat niet iedereen met een handicap zo in het leven staat als ik. Niet voor iedereen is het zo vanzelfsprekend als voor mij om alles zelf te kunnen en te regelen. En voor die mensen maken we Uniek Sporten ook. Ik moet me verdiepen in de volle breedte van de doelgroep, van fysiek tot visueel en auditief gehandicapten. Uniek Sporten is er niet alleen voor Arjo’s. We moeten ook die persoon overtuigen die misschien niet naar alle kansen en mogelijkheden kijkt, die niet uit zichzelf dingen aanpakt. Die willen we ook aan het sporten krijgen. Af en toe moet je gewoon zeggen: kom op, pak die kans en ga het doen. Met of zonder handicap, op bepaalde vlakken heeft iedereen weleens een zetje nodig. Maar in beginsel moet je zelf je kansen pakken, zelf aangeven dat je iets wilt of dat er problemen zijn.

Natuurlijk moeten er dingen opgelost worden om onze maatschappij inclusiever te maken. Maar daar spelen we zelf – als mensen met een beperking – een belangrijke rol in. Je kunt niet achteroverleunen en denken: alles wordt wel voor me opgelost, ik krijg wel een sport of een baan. Je moet zelf een actieve houding aannemen en zelf stappen zetten. Om een voorbeeld te noemen: er was bij ons in de buurt een nieuw speeltuintje aangelegd; ik ging er met onze zoon heen, maar door een drempel rond dat speeltuintje kon ik er niet in. Ik kan dan gaan zeuren dat ze er niet aan gedacht hebben, maar ik kan ze er ook op wijzen dat ik er zo met mijn rolstoel niet in kan. Dus ik stuurde de gemeente Harderwijk een mailtje: mooi dat er een nieuwe speeltuin is, maar kunnen jullie die drempel weghalen? Een dag later had ik al antwoord dat ze het zouden aanpassen. Op die manier los je dingen samen op. Zo’n rol moet iedereen pakken. Inclusief doen we samen.’

Dit verhaal is één van de hoofdstukken uit het boek “Ik BEN”. Het boek is een ontdekkingstocht naar de definitie van succes, hoe je succes ervaart en hoe je dat bereikt. Althans, hoe de hoofdpersonen in dit boek dat succes hebben bereikt. Want dat dat op allerlei verschillende manier kan, staat als een paal boven water. Het boek is te bestellen via de website van Basketball Experience NL.

Tekst: Robin Wubben
Foto: Mathilde Dusol